Biografie

1904 Geboorte in Budapest (25/07/1904)
1925-1930 Erna besluit naar Parijs, de artistieke hoofdstad, te trekken; ze voltooit er haar studie (begonnen aan de Academie voor Schone Kunsten van Boedapest) en gaat aan de slag in ateliers voor decoratieve kunsten. In Parijs ziet ze vrienden uit Budapest terug. Onder hen Sigmund Vamos, die vanwege de quota die in de Hongaarse universiteiten aan Joden werden opgelegd, achtereenvolgens in Italië (Padua, Bologna) en Parijs geneeskunde studeerde.
1930 Ze trouwt met Sigmund Vamos in Budapest. Het echtpaar keert daarna naar Parijs terug, waar Sigmund zijn studie voltooit.
1931 Sigmund behaalt zijn artsendiploma aan de Parijse Faculteit voor Geneeskunde. Uit sympathie voor de Russische Revolutie brengt het echtpaar een beroepsmatig (als arts) bezoek aan Rusland, dit voor rekening van de regering van de USSR. Het wordt een kortstondig verblijf, omdat ze er zowel de onderdrukking van de boerenbevolking als een enorme hongersnood vaststellen. Geboorte van hun eerste kind, Anne, in Saratov (Rusland).
1931-1935 Sigmund wordt door de Franse regering voor een gezondheidsmissie naar Frans-Equatoriaal-Afrika (het huidige Tsjaad) gestuurd. Erna blijft intussen in Budapest, waar ze de intellectuele en artistieke kringen frequenteert. Ze ontdekt de psychoanalyse en maakt kennis met antropoloog en psychoanalyticus Géza Róheim, bij wie ze in analyse gaat.
1935-1936 Erna vergezelt haar man naar Frans-Equatoriaal-Afrika, sector Moïssala (Tsjaad). Op aanraden van Géza Róheim observeert ze de kinderspelen en verhalen van het Sara-volk en noteert ze die voor sociaal-antropologische doeleinden. Ze maakt portretten van deze kinderen en van andere leden van de bevolkingsgroep.
NB: deze etnografische notities en de begeleidende foto’s kunnen op verzoek bij de rechthebbenden worden geraadpleegd.
1937-1938 Erna keert naar Budapest terug. Geboorte van hun tweede dochter Esther. Na afloop van zijn tweede termijn in Afrika keert Sigmund terug bij Erna en de kinderen. Het gezin woont achtereenvolgens in Budapest en in Parijs. In het besef van het toenemende nazisme in Europa overweegt het stel te emigreren: ofwel naar de Verenigde Staten, waar een oom van Sigmund verblijft, ofwel naar Palestina, ofwel naar Afrika. Vanwege zijn ervaring wordt Sigmund in dienst genomen door een Belgisch mijnbouwbedrijf dat in Congo actief is.
1939 Vestiging in Mitwaba, een kleine mijnstad in de provincie Katanga (Democratische Republiek Congo). Sigmund werkt er als arts en behandelt zowel Afrikaanse als de Europese patiënten.
1940 Februari: geboorte van een zoon, Elie, in Mitwab
Juli: overlijden van Sigmund Vamos in Elisabethstad / Lubumbashi (DRC) als gevolg van een hartaanval. Erna Vamos blijft alleen achter in een stad waar ze niemand kent. Het is oorlog en een terugkeer naar Europa (Frankrijk of Hongarije) is bijgevolg uitgesloten.
1940-1958 Ze woont met haar drie kinderen in Elisabethstad. Om in hun levensonderhoud te voorzien richt ze een pension voor alleenstaanden op. Om door te breken als kunstschilder stelt ze diverse portretten en schilderijen tentoon in een plaatselijke boekhandel.
Vanaf 1942, na een eerste erg gewaardeerde tentoonstelling van tientallen werken, houdt ze op als kok te werken en wijdt ze zich volledig aan haar loopbaan als kunstschilder. Ze houdt tal van tentoonstellingen. In 1945 verneemt ze dat de helft van haar familie uitgeroeid werd in Auschwitz. Ze besluit niet naar Hongarije terug te keren en neemt de Belgische nationaliteit aan. Omdat ze ook buiten Elisabethstad wil doorbreken stelt ze tentoon in verschillende steden in Congo en Zuid-Afrika. Ze zoekt haar dochter Anne op in Israël.
1958-1961 Haar andere kinderen studeren in Brussel aan de universiteit. Erna voegt zich bij hen. Na een tentoonstelling in een particuliere woning probeert ze – tevergeefs – vast werk te vinden.
Kort verblijf in Budapest waar ze verschillende familieleden terugziet en een tentoonstelling houdt.
1961-1965 Erna keert terug bij haar dochter Anne, die in een kleine landbouwgemeenschap leeft. Ze blijft schilderen. Haar modellen zijn voornamelijk Arabieren en recent uit het Oosten geïmmigreerde Joden. Ze lijdt aan een depressie, wat te zien is in haar laatste werken.
Ze stapt uit het leven in Meir Shfeya (19 augustus 1965).