Tentoonstellingen, een aantal kritieken

1 december 1947, Elisabethstad / Lubumbashi

«[…] we weten dat in Zaal Afrika, waar ze tentoonstelt, het innerlijke leven van haar onderwerpen met de haar typische getrouwheid zal worden vastgelegd, omzeild en op een vreemde manier “gemodelleerd”. Niets van het innerlijke debat ontsnapt aan de aandacht van Erna Vamos. Ze peilt diep in het wezen van de mensen en weet hun fluisterende ziel te vatten. Die gave om tot de kern door te dringen staat ten dienste van een prachtig, gevoelig en logisch tekentalent. En met nog meer zekerheid, in krachtige, expressieve trekken komen haar volumes tot leven.»
«[…] “Ouderdom” krijgt hier zijn volledige betekenis: het rijke palet levert een mengeling op van allerlei sombere tinten, variërend van violet over grijs tot bruin, wat uitmondt in de dichte, bijwijlen stralende huidskleur van de inheemse bevolking. Van dit afgeleefde gezicht gaat een eerlijke, bescheiden en erg ontroerende charme uit.”
«[…] Andere portretten zouden we echt naar waarde kunnen schatten als de kunstenaar definitief het gekleurde papier vaarwel zei, dat het coloriet van de afbeelding zelf aantast en, wat nog jammerder is, het gevoel ondergraaft dat ze heeft willen weergeven. Want als het geel inderdaad niets afdoet aan de geslaagdheid van nr. 29, Man met hoed, kan ik me niet vinden in de keuze voor de blauwe of grijze fond van sommige tekeningen.» «[…] Ik zei het al vaker, de grote massa houdt niet zo van tekeningen. Ze staat er niet voor open, maar als het een krachtige lijn betreft – en dat is hier duidelijk het geval – dan kan het publiek genieten van de diepe emotie die van de werken uitgaat. Ik geloof dat dergelijke tekeningen nog maar zelden te zien waren in de tentoonstellingsruimten van Elisabethstad. Kijk maar naar het Kouwelijk kind (nr. 22). Zelfs de meest harteloze persoon zal er niet onverschillig voor blijven.»
«[…]In Erna Vamos’ knappe pastels komt eens te meer aan het licht hoe ze gevoelig is voor de pijn van alle wezens en van de mensen die haar pad kruisen, en hoe ze die weemoed gebruikt om zich minder eenzaam te voelen.»

Jean DELIGNE
L’Essor du Congo, 1 december 1947




3 juli 1949, Elisabethstad / Lubumbash

«[…] Sommige kunstenaars, en niet de minsten, leven in afzondering om de wereld beter te kunnen observeren, begrijpen en dus om ervan te houden. In die teruggetrokken beschouwing krijgen hun ontdekkingen gestalte en bijgevolg dragen de werken die ze creëren het ontroerende stempel van de waarheid. Erna Vamos behoort tot die kunstenaars.»
«[…] Om het geheel een waarachtiger karakter te geven, beeldt ze haar onderwerp af tegen een donkere achtergrond, waardoor het mysterieus gaat ogen. Van twee andere schilderijen, die ze respectievelijk Vermoeidheid I en Vermoeidheid II heeft genoemd, ondergaan we de vreemde kracht van het pastel, dat leven weet te suggereren onder het ontspannen gezicht dat opeens aan de slaap wordt overgeleverd.»
«[…] Zowel wat de omgang met de tinten als de compositie betreft, werd Veteraan met zulke kracht uitgevoerd dat we de kunstenaar de raad zouden willen geven op die weg verder te gaan.»
«[…] Een tentoonstelling van Erna Vamos bezoeken is altijd een ontmoeting met een mensheid waartoe we zelf behoren, zodat we ons opnieuw in haar herkennen en haar in een broederlijk gebaar de hand willen reiken.»

Jean DELIGNE
L’Essor du Congo, 5 juli 1949